Op een grijze zondagochtend zag ik de film I Am The River The River Is Me over de Whanganui Rivier in Aotearoa (Nieuw Zeeland) die in 2017 als eerste rivier ter wereld dezelfde rechten kreeg als de mens.
De Maori die dit voor elkaar kregen, hadden daar 150 jaar voor gestreden. Voor hen is de rivier een familielid. Wanneer ze zich voorstellen, noemen ze niet alleen hun naam en hun stam, maar ook hun rivier en hun berg.
Dankzij opkomende industrieën en steden was hun familielid enstig ziek geworden. Nu het gelukt was om een rechtspersoon van haar te maken, kon ze beter verdedigd worden en kreeg ze de gelegenheid zichzelf te herstellen.
De boodschap was duidelijk: de mens maakt zelf deel uit van de natuur. Als we de natuur willen redden en daarmee onszelf, moeten we onze band met de natuur herstellen.
Een soortgelijke boodschap hoorde ik een week later tijdens de Dag voor Doendenkers in de keynote van sustainability strategist MILAN MEYBERG.
We bevinden ons in het antropoceen, het tijdperk waarin de mens centraal staat. We moeten naar het symbioceen, een tijdperk waarin we mens, natuur en technologie een nieuwe balans creëren.
Door de technische vooruitgang zijn wij in ongekend tempo vevreemd geraakt van de aarde. Het is tijd om weer terug te keren, want anders gaat het fout.
Dat het fout gaat als we zo doorgaan, is evident. Toch gaan we gewoon zo door. Terwijl ons huis in brand staat, keuvelen wij gezellig over het weer. Hoe kan dat?
We zijn murw geslagen, liet Milan overtuigend zien. We hebben een nieuw verhaal nodig.
Wat, bedacht Milan op een dag, als de natuur zelf haar verhaal kan vertellen! Wat als je de Noordzee vragen kan stellen, die ze zelf kan beantwoorden! Wat als de Waddenzee kan meebeslissen!
Zo kwam hij op het idee om artificial intelligence te gebruiken om ecosystemen een stem te geven. Zodat de natuur haar eigen verhaal kan vertellen.
Op het scherm zagen we een blauwkleurige vrouw die lichtjes deinende bewegingen maate. De Oceaan. Milan stelde haar een paar vragen. De Oceaan antwoordde. Daarna kwam Gaia in beeld, moeder aarde. Beide modellen hadden een menselijke gedaante met zowel organische als cyborganische elementen.
De AI-systemen die achter deze avatars schuil gingen, waren gevoed met wetenschappelijk verantwoorde informatie op basis waarvan zij in normale mensentaal antwoorden konden formuleren.
Het leek mij het domste idee ooit.
Ik vind het geniaal bedacht, daar niet van, maar het lijkt mij gedoemd te mislukken. Wellicht mis ik het vermogen om de eindeloze groeimogelijkheden van AI te bevatten, maar als we techniek gaan gebruiken om onze band met de natuur te herstellen, dan missen we het punt. Gaan we van egocentrisch naar techcentrisch.
Van antropoceen naar antropodoei zelfs, als we niet uitkijken.
Te oordelen aan de vele positieve reacties uit de zaal was ik de enige doemdenker onder de doendenkers.
Eén iemand wees nog op de energieslurpende aard van AI. Maar volgens Milan zal het energieprobleem een van de eerste problemen zijn die AI gaat aanpakken. Het voortbestaan van AI hangt er immers vanaf. Oftewel, AI lost de energiecrisis uit eigen belang zelf op.
Zo’n grenzeloos vertrouwen in de vooruitgang kom je niet vaak tegen. Ik heb The Matrix gezien, als we de oplossing voor het energieprobleem aan AI overlaten, eindigen we als batterij.
Ik kan me vergissen natuurlijk. Wie weet is dit precies wat moeder aarde nodig heeft: een welbespraakte avatar die op invoelende wijze kan vertellen waar ze behoefte aan heeft, op basis van feiten. Krijgt zij voor elkaar waar de Maori uit het begin van dit verhaal 150 jaar voor hebben gevochten.
En wie weet is dit ook precies wat de mens nodig heeft. Luisteren we alleen nog maar als AI het zegt. Maar ik heb mijn twijfels.
Om weer meer in verbinding te staan met de natuur, hebben we volgens mij niet nog meer techniek nodig, maar meer natuur.
Opmerkingen